In februari van dit jaar publiceerde De Groene een artikel[1] waarin een overzicht werd gepresenteerd van allerlei plekken op de aarde waar Nederlanders betrokken zijn geweest bij de handel in slaafgemaakten. Nederlanders hebben op een veel groter aantal plekken en op veel grotere schaal dan meestal gedacht wordt, handelgedreven in slaafgemaakten. In deze Groene worden twintig plekken (landen, havens, eilanden) genoemd waar Nederlanders slaafgemaakten verzamelden, keurden, verkochten, en verscheepten. Deze praktijk is dus niet beperkt geweest tot West-Afrika en het Caraïbisch gebied. Japan, China, Myanmar, Angola, Zuid-Afrika, Brazilië en nog op veel plekken meer. Er blijken dunkt me genoeg redenen te zijn om aan de nabestaanden van deze tot slaafgemaakten namens de Nederlandse staat excuses aan te bieden en aandacht te besteden aan het vele leed dat is aangericht. Nederland was een heel belangrijke speler in dit koloniale handels- en uitbuitingsnetwerk.

Namens het betreffende stadsbestuur zijn al eerder dan de regering, burgemeesters van steden ertoe overgegaan om excuses aan te bieden aan de nabestaanden voor de rol die de betreffende stad in deze heeft gespeeld. Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag maakten dit gebaar al. Wellicht volgen er nog enkele Zeeuwse steden. In Vlissingen is er momenteel enige beweging … en wie weet: ook het Koninklijk Huis.

Intussen heeft men in mijn stad Utrecht niet stil gezeten na de excuses van de burge­meester. Na een motie in de gemeenteraad is een groep weten­schappers aan het werk gegaan en heeft een aantal eerste verkenningen gedaan naar de betrokkenheid van de stad Utrecht bij de handel in tot slaafgemaakten. In uiteenlopende bijdragen komt onmiskenbaar één beeld naar voren: Utrechtse notabelen, handelaren en adel waren betrokken bij de handel in en uitbuiting van slaafgemaakten op plantages waar ze mede-eigenaar van waren. Het feit dat Utrecht geen zeehaven had als andere grote steden, verhinderde niet dat de kleine welgestelde, zo niet rijke, bovenlaag van de Utrechtse samenleving aandelen had in plantages waar slaafgemaakten werkten. Zij waren betrokken bij het handelsverkeer in slaafgemaakten en slaafgemaakten, zowel in de Oost (VOC) als in de West (WIC), hadden ook geregeld slaafgemaakten in huishoudelijke dienst. Sommigen van deze mensen werden ook heimelijk meegenomen naar Nederland, alwaar zij dienden in de privéhuishoudens van deze bovenlaag. In ons land was het verboden om slaafgemaakten naar Nederland mee te nemen. Dat gebeurde soms stiekem of onder voorwaarden van hun vrijmaking, waarbij men formeel in dienst kwam bij de familie. In dit boek staan verder nog enkele leerzame bijdragen over de aanwezigheid van mensen van kleur in de stad Utrecht: mensen afkomstig uit de voormalige koloniën en ook Anton de Kom is hier geweest.

Wat me bij dit boek duidelijk wordt, niets nieuws, maar ik zie het nu duidelijker, is dat de slavernij iets was van de bovenlaag van de samenleving, die vaak met (financiële) steun van de overheid de koloniale bedrijvigheid organiseerde. Deze koloniale bedrijvigheid omvatte: oorlogen en neerslaan van opstanden, uitroeiing en verdrijving van de oorspronkelijke bewoners, bebouwbare gronden stelen, mensen gevangen nemen, tot slaaf maken en deze op plantages onder dwang te werk stellen. Allerlei bedrijvigheid die alle zonder meer misdadig waren en zijn. Vermogende en adellijke families, die zich via opleidingen konden ontwikkelen, portretten konden laten maken, schreven, concerten bijwoonden, schepen konden laten bouwen en hun rol speelden in de kerken en in de lokale en landelijke besturen, deze families en geen andere waren betrokken bij de slavernij en werden er niet zelden rijk van. Veel van de buitenhuizen en landgoederen in ons land, ook aan de Vecht bij Utrecht, zijn gebouwd of aangekocht met vermogens die in de koloniën gestolen zijn, daartoe hoort ook het roven van arbeidskracht en het laten verrichten van kinderarbeid.

Het is mooi dat er namens het bestuur van ons land en namens het bestuur van enkele steden er nu excuses zijn gemaakt aan de nabestaanden van de slaafgemaakten. De Gouden Eeuw en de twee eeuwen daarna kunnen bij nader inzien beter Zwarte Eeuwen genoemd worden. Mensen van kleur zijn de gedwongen bronnen van onze welvaart.

Discussie over excuses

Dit werpt een specifiek licht op de discussies over de excuses die gemaakt zijn. Zeer terecht maar erg laat zijn deze excuses gemaakt namens de genoemde besturen. Deze besturen hebben destijds deze koloniale praktijken geïnitieerd en/of mogelijk gemaakt. Gewone mensen in ons land hebben daar geen deel aan gehad, noch de vruchten van geplukt. Ik snap daarom goed dat veel “witte”, gewone Nederlanders, de spreekwoordelijke Henken en Ingrids, niet goed begrijpen waarom er excuses worden gemaakt voor iets waar zij én hun voorouders part noch deel aan hadden.

Het is van belang helder te houden dat de excuses gedaan zijn namens bestuur van het land en het bestuur van enkele steden. In de zeventiende tot in de twintigste eeuw waren de besturen het verlengstuk van de bovenlaag. De gewone Henken en Ingrids dragen geen schuld, ook niet namens hun voorouders. Wat hebben zij dan te maken met deze excuses? De irritatie die deze excuses bij sommige groepen mensen oproept is zeer voorstelbaar als het mensen betreft die zelf in hun belang niet gezien, genegeerd of willen en wetens geschoffeerd worden. Waarom maakt de overheid zich wel druk over de voorvaderen van slaafgemaakten en laten ze ons stikken? Waarom zouden slachtoffers van de toeslagenaffaire, Groningers wier huis ernstig beschadigd is of de bewoners van verstilde dorpen waar de voorzieningen verdwenen zijn zich moeten inleven in de nakomelingen van slaafgemaakten?

De twintigste eeuw heeft op veel momenten en op veel plekken, o.a. tijdens de Holocaust, ons geleerd dat wij de mensheid alleen kunnen laten voortbestaan en verder ontwikkelen als wij onszelf en onze kinderen leren ons in te leven in de positie van anderen en met elkaar rekening te houden. En dat geldt voor iedereen overal op de wereld, zowel voor machthebbers als voor hen die meestal aan het kortste eind trekken. En net als het pijn doet te weten dat je overgrootvader die je nooit gekend hebt, vermoord is in Auschwitz, doet het pijn te weten dat tig generaties van jouw voorvaderen vernederd, uitgebuit en ontmenselijkt werden. Maar vooral doet het pijn te weten dat slechts een deel van de witte Nederlanders deze geschiedenis beseffen in het dagelijkse sociale verkeer. Het niet weten en het niet zien van de pijn van anderen komt vaker voor, niet alleen bij een deel van de witte Nederlanders en de nabestaanden van slaafgemaakten. Er zijn veel groepen die zich weinig of niet gezien of erkend weten. Juist deze ‘minderheden’ zouden elkaar kunnen steunen door ogen en oren te openen voor anderen die aan het kortste eind trekken. Wederzijdse erkenning maakt onderlinge steun en samen optrekken mogelijk.[2] Het niet willen zien van andermans pijn en tekorten brengt ons niet verder, maar eerder van de wal in de sloot. Van sommige ontwikkelingen in ons land, op ons continent en verder zijn word ik niet vrolijk. Bas Heijne zei het in NRC van 7 april 2023 als volgt: ‘Met het opeisen van het recht om gezien te worden, zo lijkt het, eist de ongeziene Nederlandse burger ook het recht om, wanneer het gaat over wat buiten zijn wereld ligt, zijn ogen stijf dicht te knijpen’. Ons land dreigt het toneel te worden van elkaar bestrijdende groepen die vinden dat ze niet gezien worden en dat kan maken dat de samenleving doorbloed wordt met wederzijdse rancune, afgunst en haat. Onderlinge erkenning en steun brengt ons verder. Verdrukten verenigt u!, wie riep dat ook alweer?

Het is te hopen dat ouders, de media en het onderwijs het belangrijk gaan vinden empathie te oefenen met kinderen en jongeren, niet als apart vaak maar als manier van doen.


[1] Leendert van der Valk, Sporen van Nederlandse slavernij, Inleiding: koloniaal netwerk, in De Groene 16 februari 2023.

[2] Een mooi voorbeeld is de uitnodiging aan Groningers om Valkenburg-Zuid Limburg te bezoeken en te zien hoe (ook) zij bij de afwikkeling van de schade van de overstromingen weinig daadkracht vanuit Den Haag ontmoeten.


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: