Over Geert Buelens, De jaren zestig, een cultuurgeschiedenis, Amsterdam 2018

Wie kent nog Patrice Lumumba? Oscar Niemeyer? Oswalt Kolle? Benno Ohnesorg? Mijn geheugen is niet verdwenen, op bijna elke bladzijde van dit boek licht een ledlampje van herkenning even op in mijn hoofd.

Bij verschijning van dit boek, ruim twee jaar terug, was me dit werk niet opgevallen tussen de aankondigingen en recensies. Vriend Harrie vond deze zomer (2020) dat ik dit moest lezen, “echt een boek voor jou”. En enkele dagen later begon ik aan dit grote werk. Dit 1024 tellende boekwerk, waarvan zo’n 200 bladzijden in beslaggenomen wordt door noten, literatuur en index, is imposant te noemen.

Je moet ook heel wat lef hebben om het aan te durven om het zevende decennium van de vorige eeuw omvattend vanuit “cultureel” gezichtspunt te beschrijven. Buelens heeft zich in de afbakening van zijn onderwerp zowel beperkt maar ook een breedhoeklens gehanteerd. Hij heeft zich beperkt tot de cultuuruitingen van onze wereld: film, muziek, literatuur, bouwkunst. Hij heeft daarbij cultuur niet alleen begrepen als de “hoge” kunsten (literatuur, podiumkunsten, beeldende kunsten, architectuur e.d.) maar ook de meer gewone als amusements- en dansmuziek, strips, geloof, de maatschappelijke positie van zwarten en vrouwen, en ook de verhouding van inwoners of burgers met hun overheid en wetgeving en andersom. Zijn breedhoeklens is daarbij niet alleen gericht op het eigen West-Europa (Buelens is een Vlaming) en het ook toen alom aanwezige Noord-Amerika. Zeer geregeld schrijft hij paragrafen over gebeurtenissen en ontwikkelingen in Latijns-Amerika, Afrika, Azië en Oost-Europa.

1 Affiche van een voorlichtingsfilm van Oswalt Kolle

Hoe heeft hij zijn boek samengesteld? Hij behandelt respectievelijk elk jaar van dat decennium in een apart hoofdstuk en presenteert deze, wellicht voor de hand liggend, op chronologische volgorde. Daartussendoor weeft hij thematische hoofdstukken die elk één onderwerp behandelt voor het gehele tiental jaren. Het gaat om thema’s als verleden, werk, wonen, geloof, spel, kennis, liefde, geweld e.a. en eindigt met toekomst

Hoe heb ik het gelezen? Ik heb ruim vijf weken over het boek gedaan, elke dag enkele paragrafen. Bij nogal wat kwesties die voorbijkwamen heb ik op Wikipedia nadere informatie geraadpleegd en muziekstukken die hij noemde en die ik niet kende, beluisterd en beschrijvingen van films opgezocht. Her en der plaatst hij lijstjes van tien items, die ik ook steevast wat langer aankeek. Het gaat om lijstjes als: 10 films uit 1963, 10 liedjes of tophits uit 1967, 10 jazzplaten van buiten Amerika, enz. enz. Die lijstjes waren een erg leuke geheugenopfrisser.

Bij aanvang van het lezen heb ik me afgevraagd wat er in de jaren zestig begonnen is, wat er in dat decennium eenmalig gebeurde en wat er in de jaren zestig eindigde of wat er sinds die jaren verdwenen is.

2 Mijn eerste lp

Ik was ruim zeven jaar toen deze jaren begonnen, zat in de tweede klas van de lagere school en kreeg ook toen al behoorlijk veel mee van wat er in de wereld gebeurde. Ons gezin had een abonnement op een dagblad[1] en die las ik steeds meer naarmate de jaren verstreken. Het besef van ons eigen land[2] en de grotere wereld werd snel versterkt sinds we sinds 1962 of ’63 een televisie hadden. Het NTS-journaal zag ik dagelijks. Zo maakte ik kennis met Amerika, de rakettencrisis rondom Cuba, Chroesjtsjov, de moord op Kennedy en de burgerrechtenbeweging. In Noord-Holland kon je verder heel goed piratenzender Veronica ontvangen (op MW 192 m) en hiermee kwam de popmuziek onze huiskamer binnen.

Met een dergelijke jeugd biedt het boek van Buelens een rijk panorama van beelden, omhoog kruipende herinneringen en “oh ja” – ervaringen, die veel meer omvatten dan het roerige jaar 1968. De jaren zestig waren voor mij het begin van een spannend leven: wat zou er allemaal nog gaan gebeuren? Een basisgevoel was: ik ben blij dat ik van na de oorlog ben en de wereld staat niet stil: het is spannend want veel ontwikkelingen en vernieuwingen gebeurden in hoog tempo.

Zoals gezegd heeft Buelens een brede blik op de wereld in zijn boek. Hij besteed aandacht aan de dekolonisatie van Afrika, de koude oorlog, de groeiende welvaart, de oorlog in Indo-China die in feite geen Aziatische maar westerse oorlog in Azië was en die de Weathermen[3] in Amerika eind jaren zestig (in hun woorden) thuisbrachten en niet in de laatste plaats aan de alom aanwezige westerse dictaturen en autoritaire regentenbestuurders in eigen land. De jaren zestig was het begin van democratisering, van ontmaskering van holle retoriek, van rituelen zonder actuele betekenis en van allerlei zoektochten naar authenticiteit en zeggenschap over je eigen leven.

Naast de caleidoscoop van gebeurtenissen, evenementen, mijlpalen en ontwikkelingen van allerlei aard maakt Buelens her en der verrassende opmerkingen die betrekking hebben op langer lopende ontwikkelingen dan alleen één decennium en mijn geheugen van een bepaalde tijd of gebeurtenis, totaal omdraaien.

3 Duke Ellington treedt op tijdens het eerste mondiale “negritude”- evenement in Dakar, Senegal, 1966

De eerste hiervan is: “Kennedy’s minister van Buitenlandse Zaken Dean Rusk mocht dan nog in 1961 gesteld hebben dat de Noord-Amerikaanse regering zich geconfronteerd zag met ‘het historische probleem tot een min of meer redelijke verstandhouding met de niet-witte wereld te komen’, het is een van de drama’s van de jaren zestig dat zij en haar opvolgers daarin niet of nauwelijks zijn geslaagd.” (p. 311). Vijftig jaar later weten we dat een oplossing voor dit vraagstuk na vele oorlogen en terroristisch geweld nog steeds even actueel is. De mondiale dekolonisatie én de “binnenlandse dekolonisatie” van zwarten en kleurlingen is nog volop aan de gang.

En dit is er nog een: “Er was in de zomer van 1965 in New York iets onvergetelijks gebeurd – dagelijks hadden trucks dichters, jazzmuzikanten, acteurs en een reizende tentoonstelling naar de parken en speelpleinen van Harlem gebracht -, het initiatief kreeg snel navolging elders in het land. In steden als Detroit, Chicago, San Francisco, Oakland, New Orleans en Miami kwam de zogenaamde Black Arts Movement pas echt tot bloei. De Amerikaanse cultuur zou er blijvend door veranderen. Zwarte artiesten ontwierpen een radicaal en stimulerend alternatief voor de liberale, zogenaamd autonome kunst en literatuur die in de Verenigde Staten ..(..)..de norm waren geworden. Kunst – ook op het eerste gezicht misschien complexe, veeleisende literatuur en muziek – kon met, voor en door lokale gemeenschappen worden gemaakt, geadopteerd en uitgedragen.” (p. 402)

Wat niet onvermeld mag blijven is dat in vrijwel alle landen waar jongeren, zwarten, vredesactivisten, vrouwen, studenten e.a. van zich lieten horen, van meet af ook een tegenbeweging is opgestaan. In Parijs vonden demonstraties plaats als steun aan De Gaulle, de Silent Majority, waaronder ook veel studenten, liet veel van zich horen in de VS en bracht uiteindelijk ook Nixon in 1968 in het Witte Huis. Er waren straatgevechten in Ankara tussen rechtse en linkse betogers. In ons land ontstond de Boerenpartij en later ook DS ’70 een NATO-getrouwe afsplitsing van de PvdA, voor wie de koers van de PvdA te links was. Generaals namen of hadden nog steeds de macht in (Brazilië, Griekenland, Pakistan, Indonesia e.a.). Misschien heeft de tegenbeweging in die jaren wel de electorale basis gelegd voor het huidige rechts-populisme.

4 Indonesia: De coup van het leger o.l.v. Suharto, 1966 (Wikipedia)

In literatuur en films kwamen over de gehele wereld de zoektocht naar echtheid in menselijke verhoudingen in botsing met bestaande tradities, rituelen en taboes. Veel films over liefde en over macht van bekende en onbekende regisseurs als Paulo Pasolini, Stanley Kubrick, Ingmar Bergman, Toshio Matsumoto, Jean-Luc Godard, Milos Forman, Dusan Makavejev e.v.a. hadden dit als thema. Ook seksualiteit en homo’s kwamen in beeld.

Er verschenen vele boeken van schrijvers, te veel om op te noemen – ik noem slechts Philip Roth, Carson McCullers, Heinrich Böll, James Baldwin, Junichiro Tanazaki, Pramoedya Ananta Toer, Wislawa Szymborska, Hugo Claus, Aleksandr Solzjenitsyn, V.S. Naipaul en Anna Blaman – die op zeer verschillende manieren getuigden van openheid en gebrek aan ontzag voor heilige -ook dictatoriale – huisjes. De literatuur getuigde zo van het besef dat ons leven en onze wereld van ons was en dat ook behoorde te zijn. Later brak pas het besef door dat we ons hebben te verantwoorden naar onze kinderen en kleinkinderen.

De acties in de jaren zestig werden door grote groepen mensen als oorzaak gezien van de verstoring van de harmonie en stabiliteit van de jaren vijftig. Buelens maakt daar korte metten mee. Deze beschuldiging is “..niet helemaal uit de lucht gegrepen. De bestaande orde werd inderdaad overhoopgehaald. Op nagenoeg alle vlakken werd aangetoond dat de door velen zo gekoesterde harmonie gebouwd was op een grote leugen. De onafhankelijkheidsgolf in Afrika maakte een eind aan de flagrante uitbuiting van een groot deel van de wereldbevolking door een kleine witte minderheid. Het feminisme legde bloot hoezeer vrouwen de tol betaalden voor veel mannelijk gemak. De Burgerrechten­beweging deed hetzelfde voor het niet-witte deel van de Verenigde Staten. Kort gezegd: voor al deze tweede- en derderangsburgers van de wereld bewezen de jaren zestig hoezeer die (naoorlogse, fk) stabiliteit het gevolg was van discriminatie en onderdrukking. De breuklijnen waren er dus altijd geweest, maar nu werden ze volop blootgelegd.” (p.588)

De Black Panthers protesteren niet alleen tegen de segregatie en onderdrukking van de zwarte bevolking. Op enkele plekken (o.a. Boston en Oakland) ontwikkelden zij educatie programma’s voor kansarmen waarin de zwarte en Afrikaanse geschiedenis, kunst en cultuur centraal stonden in het onderwijs dat zij verzorgden. (p. 636)

In het statige Museum of Modern Art in New York vonden eind jaren zestig twee geruchtmakende tentoonstellingen plaatst, één over niet-westerse “primitieve” (sic) kunst, de eerste in MOMA’s geschiedenis, en een documentaire tentoonstelling over Harlem waarin de zwarte bevolking en haar cultuuruitingen centraal stonden. In de jaren zeventig werden deze twee gevolgd door meerdere tentoonstellingen waarin de Afro-Amerikaanse cultuur centraal stond.

Op wereldtentoonstellingen opende de presentatie van nieuwe technieken veelbelovende vergezichten. Ruimtevaart en computers beloofden een ontwikkeling naar welvaart en minder werken voor iedereen. In de architectuur werd bijvoorbeeld overal ter wereld geëxperimenteerd met nieuwe vormen van stedenbouw en stadsvernieuwing. Met nieuwe technieken werden oude binnensteden vernieuwd op een manier waarin steeds vaker bleek dat de menselijke maat zoek was en kapitaal van vastgoedondernemers de toon zetten. Eerst in de tweede helft vaan de jaren zestig drong het besef door dat behoud van overgeleverde stedelijke structuren bij door de overheid gestuurde stadsvernieuwing meer garantie boden voor wonen op menselijke maat: stedelijke vervreemding én woningnood moesten beide aangepakt worden. Betaalbare grootscheepse nieuwbouw en volkshuisvesting en tegelijkertijd de immense groei overal ter wereld van sociaal eenzijdig samengestelde voorsteden en sloppenwijken bleven ook in de decennia daarna een grote uitdaging.

5 Hoofdstad Brasilia gebouwd volgens nieuwe architectonische ideeën

Een van de lijstjes van Buelens betreft het aantal verstoorde culturele evenementen, festivals en tentoonstellingen, waaronder de Buchmesse Frankfurt, de Triënnale van Milaan en in Nederland o.a. de Notenkrakersactie in 1969 in het Concertgebouw en de aktie Tomaat van toneelschoolstudenten tijdens een toneelvoorstelling in datzelfde jaar.

In China was een niet eerder vertoonde massale beweging gaande van jongeren, aangespoord door Mao (die hen gebruikte om tegenstanders uit te schakelen) waarbij vrijwel alle bestaande cultuuruitingen en vooral ook hun vertegenwoordigers en dragers het moesten ontgelden. Er is veel kostbaar cultuurgoed vernield en de schattingen van het aantal menselijke slachtoffers beloopt tussen de 1,7 en 8 miljoen[4].

Gevangenissen in Zuid-Afrika, de VS, Turkije, Griekenland, Brazilië, Mexico, Indonesia, Zuid-Rhodesia, India, Pakistan, Taiwan, de Sovjet Unie, China e.a. zaten vol met mensen die hun bestaan op het spel zetten voor het vrije woord en democratisering. In de Sovjet-Unie en China weden deze gevangenissen nog aangevuld met barre heropvoedingskampen. De jaren zestig zijn zowel de jaren van de roep om authenticiteit en democratisering maar ook van terreur en extreem veel geweld.

Tijdens de zomer van 1967 was er niet alleen de Vietnam-oorlog en de Zesdaagse oorlog in het Midden-Oosten, maar was het ook oorlog om burgerrechten en tegen armoede in “niet minder dan 159 steden van de Verenigde Staten. Vooral de dagenlange plunderingen, brandstichtingen en vuurgevechten in juli in Newark, en Detroit …(..)… meer dan zeventig dodelijke slachtoffers, binnensteden die eruit zagen als gebombardeerde oorlogzones, alleen al in Detroit meer dan 2500 verwoeste winkels, vele duizenden gearresteerden die vaak te arm waren om de borgsom te betalen..(..)..het ergste geweld sinds de Burgeroorlog”. En toch heette de zomer van 1967 The Summer of Love (p. 568).

Buelens documenteert de jaren zestig van de twintigste eeuw op veel verschillende manieren, met veel wetenswaardigheden en gebeurtenissen van over de gehele wereld. Het boek is zeer lezenswaardig want het geeft een veelzijdig, niet eenduidig beeld van een roerig decennium. Het is ook leuk om te lezen: het is alsof je uren bladert door tien jaar krantenkoppen, waarvan de herinnering onder een dikke laag stof ligt. Veel beelden kwamen terug bij het lezen, ook veel namen.

Bij het schrijven over dit boek maakte ik keuzes bij het noemen van voorbeelden en ontwikkelingen die deze veelzijdigheid onderstrepen en laat honderd keer zoveel onderwerpen ongenoemd. Wat is er begonnen in dat decennium, wat is nieuw aan deze jaren?

Op de eerste plaats zijn burgers, waar ter wereld minder gezagsgetrouw, minder als vanzelfsprekend gehoorzaam aan gezag en komen steeds meer burgers overal ter wereld op voor hun burgerrechten. Daarnaast is in een groeiend aantal landen de positie van vrouwen in de samenleving sterk verbeterd. De achterstandssituaties van etnische minderheden en hun strijd is sinds die tijd beter zichtbaar, komt meer in de publiciteit. Niemand kan het nog ontgaan dat minderheden strijden voor hun emancipatie, hun onderdrukking, de etnische maatschappelijke scheidslijnen, helaas ook in Afrika, en de nog steeds voorkomende etnische zuiveringen, zijn zichtbaar en worden opgemerkt.

Ik denk dat de muziekindustrie in die jaren massaconsumptie is geworden, ook films (in bioscopen) werden veel meer bekeken dan in de jaren daarvoor.

Daarnaast heeft de televisie, in Europa eerst alleen via nationale omroepen, zich een grote plaats veroverd in ons dagelijks leven en kon de amusementsindustrie met Engels als voertaal een uniformerende rol spelen in datgene wat steeds meer wereldwijd thuis bekeken werd.

Zo kon ook sport als (commercieel) kijkplezier, sport als vermaak een tot enorme hoogten komen. Van de NBA-finale tot de schaatswedstrijden: allemaal op de tv. De Olympische Spelen van Mexico waren de eerste die massaal in kleur en rechtstreeks te zien over de gehele wereld. De clip die de Beatles maakten van “All you need is Love” is wereldwijd in première door de tv uitgezonden. De televisie veranderde niet alleen het gezinsleven (maar dat is een andere studie), maar had ook andere gevolgen.

Zowel het toegenomen toerismeverkeer, vooral ook met het vliegtuig, als ook de televisie maakten de wereld relatief kleiner. Wat er op de wereld gebeurde en in het nieuws kwam, bereikte via de televisie in principe alle woningen. De zesdaagse oorlog, de troebelen in Congo en Katanga, de oorlog in Vietnam, de Praagse lente, de verovering van de wereld door de Beatles, de gouden Olympische medaille van Geesink en alle grote sportevenementen, oorlogen, honger, natuurrampen, het ijzeren gordijn, alles was te volgen.

De jaren zestig waren vooral in West-Europa en minder in Noord- en Zuid-Amerika (in Azië en Afrika ligt het heel anders) het begin van de afname van de invloed van godsdiensten op ons dagelijks leven. De actief-kerkelijke gelovigheid is in Europa sterk afgenomen.

Het (internationale) verkeer groeide en daarmee de wegen en het aantal auto’s maar ook treinen en vliegtuigen. En deze ontwikkeling blijft maar doorgaan: mijn kinderen zijn al op meer plekken op de wereld geweest, dan ik zelf. (En ik mis het niet, ben niet jaloers.)

Tenslotte is in de jaren zestig het begin aan te wijzen van een wereldwijd groeiend ecologisch bewustzijn: de aarde is niet onuitputtelijk en eindeloos in haar hulpbronnen voor de groei van de mensheid, de ontwikkeling van kapitaal en markten waarin aan eindeloze behoeften wordt tegemoetgekomen houdt echter nooit op. De Club van Rome is opgericht in 1968. En toch is voor mij gebleven: “de belangrijkste culturele en politieke boodschappen van de jaren zestig gingen over hoop, bevrijding en democratisering.”  (p.838)



[1] Ik bezorgde ook kranten en keek altijd voordat ik daarmee na schooltijd begon even op de koppen van de hoofdpagina. Ik kan me nog de pagina herinneren waarop met zwarte koeienletters stond: “MONTINI tot Paus gekozen”. Dit moet in de zomer van 1963 geweest zijn.

[2] Ik heb Nederland voor mezelf nooit “vaderland” genoemd; ik voelde ook al als tiener dit woord als vals, ons land had te weinig sociale samenhang om met enige trots te kunnen zeggen: dit is mijn vaderland.

[3] De Weathermen waren een radicale actiegroep, voortgekomen uit de SDS (Students for a Democratic Society), die gewelddadige acties niet uit de weg ging bij het aan de kaak stellen van de ongelijkheid en de oorlog.

[4] Bron: Wikipedia.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s