22 mei 2025

Bij het begin van de dag zijn er zeven kinderen afwezig, waarvan één is ziek gemeld. Zes kinderen komen even te laat binnen druppelen, maar geven wel netjes een hand aan meester Klaas. Het kind dat vorige week weigerde mij een hand te geven, doet dat nu zonder problemen. De dag begint met maatjes lezen met kinderen van groep 8. Omdat een kind van groep 8 ziek is, lees ik als maatje met een jongen uit groep 5. Het boek heet de vorige keer genoemde Planeet Omar. Ik krijg niet de indruk dat de jongen het boeiend vindt, hij leest het een beetje plichtmatig. Het kan ook zijn dat hij nog veel moeite heeft met het hardop uitspreken van zinnen. Op het eind geef ik hem een compliment voor zijn inspanningen.

Na de korte klassikale nabespreking – meester Klaas is heel tevreden over de betrokkenheid van de kinderen bij het leeswerk – staat rekenen op het programma.

Meester Klaas geeft een herhaling van de uitleg van moeilijke keersommen. Bijv. 4 X 69 kun je uitrekenen met splitsen: 4 X 60 plus 4 X 9. Kinderen die het begrijpen kunnen ook deze som uitrekenen met het teveel, waarbij je een rond getal neemt: 4 X 70 min 4 X 1. De klas gaat aan het werk met een werkblad waar dit soort sommen op staan.

Ik ga met een groepje redactiesommen doen buiten de klas. De sommen zijn van het niveau van midden groep 6. Ik neem eerst één goede rekenaar mee samen met twee snel afgeleide kinderen. Dit gaat goed, na drie moeilijke sommen is het genoeg voor deze kinderen. Ik haal een andere groep terwijl deze naar de klas terug gaat. Eén van de sommen die de tweede groep krijgt luidt als volgt: Een hovenier moet een terras aanleggen van 60 tegels. Per 40 tegels komen 20 siertegels voor. Hoeveel siertegels heeft het terras? Deze som, waar kinderen met een verhouding moeten werken blijkt te moeilijk, maar ze zitten ook nog niet in groep 6. De uitleg die ik erbij geef gaat voor een deel langs hen heen. De andere sommen maken ze, soms met een hint. Het steevast eerst opschrijven van de som en deze daarna uitrekenen begint langzaam een gewoonte te worden. Dat is winst.

Terwijl de klas fruit eet heb ik een gesprek met meester Klaas over de voortgang bij deze kinderen; de sterke gerichtheid op anderen, naar elkaar wijzen (in plaats van naar zichzelf) als er ook maar iets mis gaat, blijft een leerpunt. Meester Klaas vertelt mij dat hun ouders hetzelfde gedrag vertonen.

Tijdens de pauze doe ik op het schoolplein mee aan een balspel, de kinderen vinden het stoer dat ik mee doe.

Na de pauze besteedt meester Klaas eerst enkele woorden aan de manier de klas naar binnen ging op het eind van de pauze. De kinderen stormden op eigen houtje naar binnen in plaats eerst te verzamelen in een rij.

Dan staat spelling op het programma; dit gaat zoals gebruikelijk met een dictee, dit keer zonder uitleg over een nieuwe spellingcategorie, een herhaling kortom.

Het gaat vandaag om de woorden: de zeerob, wij schaterlachen, ’s avonds, de munitie, de paprika, het nieuwsbericht en als laatste de zin: Ik ving mosselen in het baaitje. Ik loop rond en maan een enkel kind wat langzamer te schrijven, daar wordt het meestal mooier van. Direct na het dictee kijkt de klas het gezamenlijk na met een blauw potlood en komen de schriften uiteindelijk open een stapel op een kast achterin de klas te liggen. De kinderen beginnen vervolgens aan twee bladzijden met werkopdrachten in hun taalwerkboek.

Ik loop rond en geef her en der wat aanwijzingen en beantwoord vragen. In de zin: Ik wil graag een ijsje zonder slagroom, vinden veel kinderen het moeilijk om het voorzetsel te vinden. Na een kwartier is het tijd voor het thema Flora en Fauna.

Meester Klaas begint dit onderwerp met een opfris vraag: Wat is ook alweer de kernvraag van dit thema. Na wat hardop door elkaar gissen komt een kind met het antwoord: hoe overleef je op aarde?

Het overleven op aarde komt vandaag aan de orde aan de hand van de cactus: hoe overleeft deze plant in de hitte en droogte van de woestijn? Voor het begin van wat uitleg moet meester Klaas wat tijd besteden aan het wachten op stilte en aandacht en het corrigeren van het gedrag van een aantal kinderen. Een aantal van hen lijken niet geïnteresseerd. Meester Klaas vraag eerst hoe de kinderen denk dat de cactus overleeft. Uiteindelijk worden de dikke leerachtige huid die het uitdrogen tegen gaat, de lange wortels die water tot op grote diepte kunnen bereiken en de stekels die de plant beschermen tegen vraat van dieren genoemd. In een kort filmpje laat meester Klaas deze drie factoren nog eens zien.

Een aantal kinderen veert op als het tijd blijkt voor de lunch en de middagpauze.

5 en 12 juni

De school heeft elk jaar een paar dagdelen schoolbrede activiteiten, d.w.z. dat kinderen uit verschillende jaren een specifieke activiteit samen gaan doen. De bedoeling is dat deze activiteiten het gevoel versterkt dat je met allemaal samen naar school gaat. Vorige week donderdag zou deze activiteit ’s middags plaats vinden. Deze werd echter op het laatst afgeblazen als gevolg van een tekort aan medewerkers vanwege ziekteverlof. Ik zou 5 juni alleen ’s middags naar school komen voor deze activiteit. Dit gebeurde nu vandaag, 12 juni.

Het is mooi weer, zelfs wat warm en de zon schijnt volop. Als ik aan het begin van de middag op school kom, kan ik aansluiten bij de lunchpauze. Meester Klaas legt mij nog even de opzet uit. Wij gaan met een aantal kinderen naar buiten om in een nabijgelegen park vogels te kijken. De kinderen zijn van de groepen 5, 6 en 7, zo’n vijftien in totaal. Als de middagpauze is afgelopen ontdekken enkele kinderen dat ik er ook ben, ik krijg twee high-fives. Ook juf Johanna met haar dochter gaat mee.

Op het schoolplein legt meester Klaas uit wat wij gaan doen: vogels observeren: goed kijken en opschrijven wat je ziet. Elk tweetal krijgt een verrekijker mee en een papier waarop een twintigtal veel voorkomende vogels staan afgebeeld. De kinderen moeten aantekenen welke vogels zij zien.

We lopen in de zon twee straten door naar het park. Ik hoor en zie intussen kauwtjes en meeuwen. Een aantal kinderen kijkt rond en probeert de verrekijker uit. Enkele zijn meer met elkaar bezig. Op een brug aan het begin van het park blijven wij staan en zien watervogels. Twee kinderen zien op enige afstand een ganzenfamilie aan voor een eendjes-familie. Meester Klaas legt aan hen uit waar zij naar moeten kijken om een eend of een gans te herkennen. Enkele minuten later zijn er twee anderen die eveneens de ganzen voor eenden aanzien en kan ik het een en ander uitleggen. In de plas waar de brug over gaat zwemmen, waterhoentjes en meerkoeten. Twee kinderen ontdekken een jonge vogel, grauw gekleurd, waarbij meester Klaas uitlegt dat het een jonge fuut is. Kort hierna drijft een tot pijl opgevouwen papier met vogelafbeeldingen in het water. Juf Johanna bespreekt het vermanend met de betreffende kinderen.

Wij lopen verder. De kinderen praten luid en zijn zo nauwelijks in staat om vogels te horen. Meester Klaas legt uit dat vogels waarnemen begint met het horen van fluiten en zingen. Even later vertelt hij, dwars door het praten van de kinderen en wijzend naar een wilgenboom: “Daar zit een tjiftjaf. Je ziet hem niet door al het gebladerte, je hoort hem alleen omdat hij zijn naam roept.” Even later komen wij langs een nest eenden. De eenden gaan bij het naderen van de kinderen het water in. Ook komen we verderop de ganzenfamilie tegen die wij eerder zagen zwemmen: de al grote jongen zijn vaal-grijs gekleurd. Onderweg leg ik nog eens uit hoe je door een kijker kijkt en hoe je die scherp stelt. Zo af en toe zeg ik een groepje wat zachter te praten, want zij verjagen zo de vogels. Halverwege de tocht, na ongeveer een half uur vragen twee kinderen of ze even mogen rusten. Een derde kind zegt dat hij honger heeft. Wij zien nog een kokmeeuw, nog enkele meerkoeten en een grotere groep meeuwen. Enkele kinderen laten trots hun blad zien met daarop de vogels die zij zagen aangekruist of de naam van de vogel bijgeschreven als er geen plaatje van was. De leergierigheid van een enkel kind verrast me, vooral naast de kinderen die naar mate de tijd vordert steeds meer oog hebben voor elkaar.

Wij komen terug bij school. In het lokaal komen alle kinderen van groep 5 weer bij elkaar.

Meester Klaas vraagt aan de kinderen wat zij gedaan hebben en hoe zij het vonden. Enkele kinderen vertellen over het kleien, meestal zijn het beestjes die zij gemaakt hebben. Weer anderen hebben met Kapla (een doos met kleine houten stokjes) iets gemaakt, meestal ook een beest. Een jongen en twee meisjes vertellen dat zij met vilt een knuffelbeest wilden maken. Twee zijn daarin geslaagd maar een jongen moet nog verder er mee door, want het is moeilijker dan hij dacht en nog niet klaar.

Volgende week donderdag is er weer een schoolbrede activiteit gepland. Dan gaan wij weer, maar nu met andere kinderen buiten vogels kijken.

19 juni 2025

In de loop van de morgen lees ik het bericht van meester Klaas dat hij ziek thuis is. Hij vraagt of ik toch vanmiddag naar school wil gaan om te assisteren bij de schoolbrede activiteit, want deze gaan gewoon door.

Op het school plein word ik door twee kinderen van groep5 verwelkomd. Binnen ga ik naar de personeelskamer en hoor daar dat ik ga helpen bij het plak- en knipwerk van twaalf kinderen uit groep 1 t/m 4. Deze twaalf maken een oceaanachtige omgeving in een oude schoenendoos en hebben vorige week de binnenkanten blauw geverfd. Juf Nora is blij dat ik er ben. De spullen die nodig zijn – lijm en schaartjes, kleurplaten met vissen, zand, schelpen, gekleurde ragers die dienst doen als koralen, garen, kleurstiften – liggen klaar of worden gehaald. Dan komen de kinderen drie van elke groep 1 t/m 4 . De drie meiden uit groep 4 werken vrijwel zelfstandig en zoeken alles zelf uit. De drie kleintjes van groep moeten bij alles geholpen worden. Twee jongen zijn er trots op dat ze de bodem van de doos met lijm en zand omtoveren tot een strand, waar zij vervolgens schelpen op plakken. Ik help een meisje met gaatjes in de bovenrand van de doos waardoor draadjes kunnen waaraan een papieren vissen kunnen hangen. Het meisje heeft de vissen eerst gekleurd. Een draad door zo’n gaatje wurmen is niet gemakkelijk voor het kind. Uiteindelijke help ik haar door zelf drie draden erdoor te friemelen.

Een ander kind, deze is van groep 1, wil drie haaien in zijn zee hebben. Ik vertel hem dat hij deze haaien eerst moet kleuren en dat ik daarna hem kom helpen met het uitknippen. Met een meisje oefen ik eerst het correct uitspreken van haar naam, en dat wil maar niet lukken. Als juf Nora haar naam zegt versta ik het wel goed en is zij blij dat ik het nu ook goed zeg. Een jongen van groep 3 heeft zijn visjes tegen de blauwe achterwand van de doos geplakt. Ziet er leuk uit. Maar als hij ziet dat een klasgenoot drie vissen heeft hangen aan een draadje en dat deze ogenschijnlijk bewegen, begint hij te huilen dat hij dat niet heeft gedaan. Het verdriet is groot, het huilen duurt wel tien minuten.

Een meisje heeft van een deksel van een potje met verwerking van allerlei draden een heuse kwal gemaakt. Het lukt haar niet deze kwal in de doos aan het “plafond” te plakken: hij valt er steeds vanaf. Ik ben enkele minuten bezig om deze kwal niet met lijm maar met plakband vast te krijgen. Dat lukt uiteindelijk. Na vijf kwartier wordt het lokaal opgeruimd, waarbij juf Nora en ik het leeuwendeel voor onze rekening nemen. De “oceaandozen”, eigenlijk kleine aquaria, worden netjes in een tussenruimte gestald in afwachting van het inrichten van een tentoonstelling in school. Een jongetjes wil zijn oceaan nu direct meenemen naar huis.

In het lokaal bespreekt juf Ellie, die meester Klaas vervangt, de activiteit met de groep 5-kinderen. Het kost haar moeite de kinderen stil te krijgen zodat ze naar elkaar kunnen luisteren. De vier kinderen die hier iets over zeggen geven er blijk van het leuk gevonden te hebben. Het vogel kijken was vervangen door een stadsbingo met een wandeling door de wijk. De andere helft heeft deze week met Kapla gewerkt.

Als de kinderen naar huis zijn praat ik nog kort met juf Nora na over hoe het vanmiddag ging. Op de fiets naar huis besef ik dat ik geen enkele foto gemaakt heb van de oceanen van de kinderen. Misschien zijn ze er volgende week nog.


5 reacties op “Logboek van een reken- en leesopa (37)”

  1.  Avatar
    Anoniem

    Meester Klaas en jij spraken samen over wat ik in vaktaal van opvoeders wel “extern attribueren” heb horen noemen. Ik vond dat erg verhelderend. En zeker ook vandaag een begrip dat ons veel inzicht en zelfkennis kan bieden. Als je dat van thuis niet mee krijgt … , hoe belangrijk is dan gedegen onderwijs. Goed werk, Frank!

    Groet van Peter

    1. Frank Koster Avatar

      Dank voor je reactie Peter!

  2. gracefullytranquiled64e9aa45 Avatar
    gracefullytranquiled64e9aa45

    Goed verslag van dagdelen op school: Ik zie helemaal voor me hoe het er in de klas en ook buitenlopend toegaat. De meester en jij doen veel moeite om de aandacht van de kinderen vast te houden opdat ze kunnen leren. Veel variatie in leerstof, afwisseling genoeg. Geen gemakkelijke opgave om de kinderen te leren maar ik bemerk bij jullie veel vasthoudendheid en plezier! Knap

  3. Frank Koster Avatar

    Dank voor je reactie, maar …. slechts één dagdeel per week is nog lang niet fulltime…

  4.  Avatar
    Anoniem

    leuk om mee te leren .maar jij bent langzamerhand fultime leraar aan het worden geweldig

Geef een reactie op Anoniem Reactie annuleren