25 augustus 2023
Een nieuw schooljaar en ik ga in dezelfde groepen kinderen, die nu respectievelijk groep 4 en groep 5 zijn, verder met wat ondersteunend werk op de vrijdagmorgen. Het leren van de namen van de kinderen gaat een stuk sneller, nu ik van tevoren een lijst met namen en foto’s gekregen heb. Ook een foto van het team helpt bij het mij snel thuis voelen.
De vaste docent van groep, Sjoerd, begint een week later. Groep 4 heeft de gehele week andere leerkrachten gehad en kent daardoor nog weinig vaste gewoonten en patronen. Inval-juf Jeanet, die ik vorig schooljaar ook al eens mocht meemaken zet haar beste beentje voor. Met behulp van naambordjes spreekt ze de individuele kinderen aan. Er zijn in groep 4 vandaag geen individuele of groepjes-opdrachten, vrijwel alles gebeurt klassikaal. Ik luister, kijk en doe waar mogelijk mee. Zeer leerzaam is het te merken dat in acht van de tien gevallen de klas slechts gedeeltelijk luistert als de juf aan het woord is. Er zijn steeds enkele kinderen, niets steeds dezelfde, die met iets anders bezig zijn. Contact maken is voor mij met sommige kinderen moeilijk en met andere heel gemakkelijk. Een nieuw meisje maakt bijna geen contact met de andere kinderen, wel met de juf. Het eerste deel van deze morgen wordt grotendeels besteed aan een les over de vreedzame school en gaat over afbrekers en opstekers, oftewel negatieve jij-boodschappen en complimenten. De afbrekers (bijv.: “jij bent langzaam”, “hé dikke”, enz) worden in een kort verhaaltje er feilloos uitgehaald. Alle kinderen hebben vermoedelijk zo hun ervaringen. Het belang van het geven en ontvangen van opstekers snappen zij allemaal goed (“word je blij van”). Het eerste deel van de morgen wordt afgesloten met een kennismakingsspel waarbij de opdracht is steeds iemand te zoeken die een kenmerk hetzelfde heeft (kleur schoenen, kleur ogen, enz.) Na de morgenpauze, ga ik naar groep 5.
Hier word ik verwelkomd door meester Klaas en door de kinderen. De laatste geven een boks, een high-five of gewoon “ha meester!” Eén kind fluistert mij halverwege de les toe dat zij mij een beetje heeft gemist. De groep is in vergelijking met vorig schooljaar, aangevuld met een zittenblijver, die zijn plek in de klas aan het innemen is. Meester Klaas heeft aandacht voor de nieuweling.
Het rekenen gebeurt in groep 5 op individuele laptops. De kinderen werken individueel aan een reeks opdrachten, meest herhalingsstof van vorig jaar, en Klaas en ik lopen rond en helpen waar gevraagd. De kinderen werken hard en geconcentreerd. De daaropvolgende opdracht is een opdracht met tellen met geld.
Verbazingwekkend levendig gaat het eraan toe als meester Klaas een geheim getal beneden de duizend, bestaande uit drie cijfers, een honderdtal, een tiental en een eenheid op schrijft en de klas naar het getal laat raden. Een kind mag eerst een cijfer roepen waarbij de meester aangeeft of deze erin zit en bij ‘ja’ mag deze ook raden of deze het honderdtal, tiental of eenheid is. Na misraden is een volgende aan de beurt. Steeds heeft slechts één kind de mogelijkheid te raden: door elkaar roepen is uit den boze. Juichen en joelen is niet verboden als het raak is. Na vijf minuten is het getal geraden. In deze vijf minuten was er even geen oorsuizen. Passie en emotie zijn blijkbaar niet beter op te roepen dan op deze manier.
1 september
Ik ben wat eerder op school dit jaar zodat ik het begin van de dag met de leerkrachten bij de ochtend-thee en -koffie kan meemaken. Daar word ik verwelkomd door Sjoerd dit jaar vaste leerkracht van groep 4 (vorige week was hij er nog niet). Ik krijg ook te horen dat ik de komende weken vooral in groep 4 ingezet zal worden, omdat daar de behoefte aan ondersteuning het grootst is.
Ook hier lezen aan het begin van de schooldag de kinderen ieder voor zichzelf, nou ja, dat is de opzet. Er zijn kinderen die inderdaad stillezen, maar er zijn er ook die met andere kinderen bezig zijn. Meester Sjoerd maant de klas twee keer tot stilte en lezen. Hij spreekt de kinderen persoonlijk aan en vraagt zo nodig aan de betrokkene om hem aan te kijken, als hij tot haar of hem spreekt. Elementaire omgangsvormen.
Deze groep was vorig jaar als groep geen gemakkelijke groep om mee te werken. Sjoerd weet dat en vertelt mij tussendoor dat hij de eerste week veel aandacht besteedt aan normen en waarden van het ‘brede-school’ – concept, en staat veel stil bij ongewenst gedrag. Hij prijst kinderen die iets moois of goeds doen en benadrukt veel dat fouten maken mag. Fouten zijn er om van te leren. Hij vertoont voorbeeldgedrag. Op het eind van de morgen maakt hij zelf een fout door geen acht te slaan op een vraag van een kind. Als zij haar vraag eindelijk kan stellen, merkt hij zijn fout uitdrukkelijk op en gaat naar het meisje om zijn excuses te maken en herstelt het contact met het kind. Hardop: “Ook ik maak fouten.”
In het eerste deel van de ochtend is ook een tweede leerkracht -Sarah- aanwezig om kinderen te assisteren bij het rekenen. De school zet zich in om de kinderen snel op het juiste niveau te krijgen. Ik begin deze dag met het buiten het lokaal in tweetallen afnemen van een rekentoets, die bestaat uit 10 optelsommen (“plus-sommen”) beneden de twintig waarbij wel het eerste tiental gepasseerd wordt. De kinderen krijgen één minuut hiervoor. Dit zijn sommen uit de leerstof van groep 3 en de resultaten ervan geven de docent inzicht in wat de kinderen kennen en kunnen. En ook ik zie enorme verschillen: er zijn kinderen die in een mum van tijd alle tien sommen maken en er zijn er ook twee die niet verder komen dan één som.
Daarna ga ik met enkele drietallen een spel doen met het automatiseren van hoofdrekenen: dit zijn aftreksommen beneden de 20 waarbij op een kaartje twee getallen staan: bovenaan het oorspronkelijke getal linksonder een kleiner getal en rechtsonder een lege plek waarbij de kinderen zo snel mogelijk de uitkomst van de splitsing (bijv. 9 splitsen in 7 en 2) moeten roepen.

Het spelelement en kunnen winnen maakt dat de kinderen inderdaad snel het antwoord (leren) geven. De twee zwakke kinderen uit de test daarvóór doen het nu prima. Tijdens de ochtend deelt meester Sjoerd geregeld pluimen uit (in de vorm van een ster die hij plakt op gekleurde A4’tjes waarop van elk kind naam en foto staat en die op een wand van het lokaal bevestigd zijn) aan kinderen die iets goeds doen of iets bijzonders presteerden. Sancties op ongewenst gedrag zijn er ook: in de pauze vijf minuten langer binnen blijven. De kinderen hebben hier een grote hekel aan, er is niets leuker om even buiten te spelen.
In de ochtendpauze zie ik kinderen rennen, voetballen, klimmen, terwijl een kind van groep 5 met haar been in het gips zeer toegewijd begeleid wordt door twee medeleerlingen. Vooral sommige jongens kunnen nog leren voorzichtig met elkaar te zijn.
Na de pauze staat taal op het programma. De kinderen krijgen enkele nieuwe woorden aangereikt met (digi)bord en hardop uitspreken. De betekenis van een woord is niet makkelijk te vinden. Aansluitend gaan de kinderen in een werkschrift een korte tekst met deze woorden lezen en moeten ze vragen erover beantwoorden.
Ik ga met een drietal leerlingen buiten het lokaal hiermee aan de slag. De kinderen vinden het erg moeilijk. Een zin opschrijven als antwoord op de vragen is niet haalbaar. Ik neem genoegen met één woord als antwoord. Ook dan is het niet makkelijk om tegen het einde van de morgen de concentratie bij de taak te houden: degene die naast je zit trekt al snel meer de aandacht.
Voordat de klas naar buiten mag wordt er eerst gezamenlijk gegeten. Hierbij is het belangrijk dat de kinderen eten en niet kletsen of andere dingen doen. Als je niet klaar bent met eten kun je niet naar buiten. Het helpt hierbij als meester Sjoerd intussen een filmpje laat zien op het digibord.