12 april
Bij de inloop vanmorgen staat er een redactiesom op het digibord waarbij een lange plussom (a+a+a+a+ enz) of een vermenigvuldiging (‘keersom’) de weg is om het aan te pakken. Bij het binnenkomen nemen steeds meer kinderen zelf het initiatief mij goedemorgen te wensen en een hand te geven. Na de som op het bord gaan de kinderen voor zichzelf aan de slag op hun laptop met sommen (met vergelijkbare werkwijze) uit hun weektaak. Ik word geregeld om hulp gevraagd. Na zo’n tien minuten neemt meester Sjoerd het woord en vraagt aan de groep hoe zij de som hebben aangepakt en geeft daarbij aanvullende uitleg.
Dit afsluitend neemt hij het programma van de dag door waarin voor jezelf werken, een inhaaltoets voor enkele kinderen, de aanwijzing van de vier kinderen uit de klas die mee gaan doen aan de verkiezing van de leerlingenraad van de school en ook lezen en ‘Crea’ van middag aan de orde komen. (In de grote middagpauze hoor ik dat van elk van de kandidaten volgende week een filmpje opgenomen wordt waarin hij of zij zich voorstelt; nog een hele klus.)
De sommen waarmee de kinderen aan de slag gaan zijn alle lange plussommen die ook als vermenigvuldiging aangepakt kan worden. Ik help een kind, dat goed is in rekenen en een ‘plusprogramma’ volgt, met de som waarbij zij moet uitrekenen hoeveel munten van 50 cent je nodig hebt om € 15 te maken. Rondlopend geef ik suggesties en verwijs steeds naar het stappenplan. Het valt mij daarbij op dat één kind vrijwel steeds bij haar werk met kleuren werkt, versieringen tekent en mooie letters maakt. Als zij een krans van hartjes gemaakt heeft vraag ik of zij soms verliefd is. “Jaaaaa” antwoordt zij onmiddellijk, “… op mijn moeder!” Vlak voor de ochtendpauze eet de klas fruit en laat meester Sjoerd het Jeugdjournaal-item van Nieuwsbegrip zien: het gaat over Russ Cook, de ultraloper die 16000 km rende langs de westkust van Afrika om geld in te zamelen o.a. voor daklozen.

Meester Sjoerd herhaalt vóórdat de kinderen naar buiten gaan nog eens de leefregels van de school.
In de pauze in het lenteweer loop ik rond op het speelplein en zie en hoor dat er veel kleine incidenten gebeuren bij een balspel van deze klas. Meester Sjoerd neemt direct na de pauze de tijd om deze botsingen goed te bespreken en meerdere tweetallen worden de klas uit gestuurd om het uit te praten. Dat lukt, waarbij één stel na korte tijd zelfs naar elkaar lachend weer terugkeren.
Terwijl meester Sjoerd klassikaal Nieuwsbegrip doet neem ik twee kinderen een inhaaltoets begrijpend lezen af. Zij lezen drie tekstfragmenten van Nieuwsbegrip en beantwoorden enkele vragen over elk fragment. De vragen zijn meerkeuzevragen, een kruisje of rondje bij het juiste antwoord volstaat.

Ik kijk het direct na 7 respectievelijk 8 van de 10 vragen beantwoorden zij goed. Na 10 minuten voor zichzelf gelezen te hebben neem ik hen ook een dictee af. Dat gaat vlot en ook dit kijk ik direct na. Van de 31 woorden (schaaltje, genoeg, schooltas, sneltrein, terecht, fee, teleur, ruiken, enz.) schrijven deze twee er 28 respectievelijk 29 goed.
Intussen heeft meester Sjoerd de klassikale aanpak van Nieuwsbegrip afgerond en inventariseert hij de wensen van de kinderen bij het Ramadan-festijn volgende week op school. De kinderen kunnen kiezen tussen een henna-werkje of een tattoo (beide zijn uiteraard tijdelijk). De meisjes kiezen vrijwel allemaal voor henna, de jongens voor de helft voor henna en de andere helft voor een tattoo. Ik ben benieuwd wat ik volgende week ga aantreffen.
Tijdens de lunch, vlak vóór de pauze oefent de klas keersommen uit de tafels van 1 t/m 5. De sommen verschijnen om de twee seconden op het digibord, voor de meeste kinderen gaat dit net even te snel.
Na de middagpauze blijf ik nog een uur in groep 5 om de schaak-les mee te maken. Meester Jan besteed de uitleg aan het veilig zetten van stukken: d.w.z. zonder dat ze onmiddellijk gepakt kunnen worden. Hij laat de klas oefenen met een gevecht tussen een paard en een dame. De kinderen snappen de logica snel maar zien soms het gevaar toch over het hoofd. Na een klassikaal spel gaan de kinderen in tweetallen ieder aan een bord dit spel nog enkele keren doen. Net als de vorige keer zijn opwinding, teleurstelling en boosheid en bijbehorende decibellen, heel snel alom aanwezig. De wil om te winnen en het willen vermijden van de pijnlijkheid van een verlies is sterk.

Na twee of drie van deze spelletjes gaan de tweetallen over tot een spel met alle stukken. Ook ik word twee keer gevraagd om te komen spelen. Ik blijf echter rondlopen en kijk en geef her en der suggesties en laat mij uiteindelijk toch uitdagen.
19 april
Gisteren had de klas een schoolreisje naar het Openluchtmuseum in Arnhem, zij zijn (daardoor?) nu wat rumoeriger dan anders. Bij binnenkomst staat een som op het bord deze moeten de kinderen maken, daarna werken zij aan hun weektaak (sommen en taal). De som luidt: Wies heeft 3 taarten gebakken. Uit iedere taart gaan 9 stukken. Hoeveel stukken taart heeft Wies?
Ik geef elk kind bij binnenkomst een hand en één vraagt daarbij waarom ik gisteren niet mee was. Ik antwoord (naar waarheid) dat ik andere dingen te doen die ik niet meer kon verplaatsen. Meester Sjoerd oogt wat moe na de dag van gisteren, die voor hem ook nog in de avond een teamuitje bevatte. Hij behandelt na enige minuten als iedereen binnen is, de som klassikaal.
Rekenen staat dan op het programma: keersommen aanpassen, één keer meer en één keer minder, d.w.z. een groepje meer of een groepje minder. Ook het halveren van een keersom komt aan bod. Meester Sjoerd heeft eerder in de week het stappenplan dat hierbij hoort uitgedeeld.

Hij herhaalt de uitleg. Bij de keersom 4 x 6 is het getal 4 het aantal groepjes en geeft het getal 6 aan hoeveel er in een groepje zit. “Let op kinderen: als de groepjes van grootte veranderen (kleiner of groter worden) dan verandert ook de uitkomst!” En: ”Bij het halveren blijft maar de helft van het aantal groepjes over. Bijvoorbeeld 6 x 5 wordt dan 3 x 5.” Hij tekent bij elke uitleg doosjes met 5 appels voor elk groepje.
De klas vindt het moeilijk de uitleg actief te blijven volgen, hun spanningsboog is klein vanmorgen; sommige kinderen zitten stil voor zich uit te kijken. Meester Sjoerd maakt veel opmerkingen over het gedrag.
Bij de sommen waar het gaat om vermeerderen of verminderen, geeft het stappenplan aan steeds het aantal groepjes voor en na te tekenen. Ik ga met twee kinderen een aantal van deze sommen maken. Een keersom krijgt een groepje minder: 10 x 7 wordt 9 x 7 en 5 x 7 wordt 4 x 7. De betreffende tafel kennen zij nog niet en de uitkomst na de vermindering rekenen wij daarom uit als met een lange plussom 7 + 7 + 7 enz. Deze kinderen werken geconcentreerd aan deze sommen en ik geef hun een compliment daarvoor. Als wij klaar zijn krijg ik een compliment terug: u bent een goede meester.
Het is pauzetijd, maar het regent buiten. Wij eten eerst fruit en dan gaat de groep in de speelzaal van de school een balspel doen, trefbal. Meester Sjoerd is zelf de onmisbare scheidsrechter en spreekt op het eind enkele kinderen aan die met de bal af waren gegooid, maar niet aan de kant gingen zitten. “Eerlijk spelen doe je voor jezelf.” Ik vraag mij af wat zij hiervan begrijpen. Ik kijk mijn ogen uit naar de beweeglijkheid en snelheid van sommige kinderen.
Het eerste onderdeel na de pauze is Nieuwsbegrip. Het onderwerp is dit keer kunstmatige intelligentie (“AI”). Het Jeugdjournaal-item verhaalt ervan dat computers met AI-software stemmen kunnen maken en het gesproken woord in documentaires en commercials hiermee kunnen invullen. Echte stemmen van echte mensen/acteurs zijn niet meer nodig. Ook wordt getoond dat filmpjes op internet niet weergeven wat ze lijken weer te geven. Verzonnen gebeurtenissen kunnen hiermee als waar gebeurd gepresenteerd worden.
Ik ga met vier kinderen de bijbehorende tekst stap voor stap doornemen, bespreek moeilijke woorden en de kinderen beantwoorden de vragen door deze in de tekst aan te strepen. Hun aandacht is spoedig naar alle kanten aan het verwaaien. Het is niet makkelijk hen bij de les te houden. Over nepnieuws praat ik maar niet.
Wat later neem ik twee kinderen een inhaal-dictee af; het gaat o.a. om woorden als haartje, vuistje, fietspomp, laken, klank, warmte. De andere kinderen maken intussen ook een dictee met 15 woorden, waaronder als vrouw, krullen, strand, bruggen e.a. Aansluitend kijken de kinderen zelf hun dictee-woorden na, meester Sjoerd projecteert ze op het bord. Ook hier maant hij dat eerlijkheid van belang is voor jezelf. Ter controle neemt hij een paar schriften nadat ze zijn nagekeken, in.
Het laatste kwartier lezen de kinderen voor zichzelf. Ik zie boeken met verhalen, strips, een boeken met handleidingen voor knutselwerk en ook een boek met technische tekeningen voor het maken van apparaten en gebouwen van karton. Er daalt een stilte neer in het lokaal, alleen onderbroken door een boek dat op de grond valt en een kind dat even naar de WC moet.
Tijdens de lunch voorafgaand aan de middagpauze wordt de tafel van vijf gerepeteerd. Op aanwijzing van meester Sjoerd krijgen kinderen de beurt om vijf sommen uit die rafel snel te beantwoorden. De sommen verschijnen in behoorlijk tempo op het (digi)bord. Enkele kinderen krijgen omdat zij het niet goed kunnen, de opdracht om het thuis te oefenen. (Met ‘thuis’ houdt meester contact via de schoolapp.)
Op het eind wordt nog de tafel van zes met een filmpje zingend gerepeteerd; de hele klas doet mee.
26 april
Vandaag zijn er, één dag voor koningsdag en tevens de laatste schooldag voor de meivakantie, de koningsspelen op school. Deze feestelijke dag begint met een ontbijt. Groep 4 is rumoerig en komt binnendruppelen met bord, bestek en beker voor een gezamenlijk ontbijt in de klas. Enkele kinderen zijn prachtig uitgedost. Als ik dat zeg zie ik verlegenheid. Twee ouders helpen de gehele ochtend. Eén is blij verrast als ik zeg dat haar zoon op haar lijkt.
Een aantal Kinderen drinken geen melk maar water. Brood met zoet beleg, een enkele grote eter. Daarna gaan de oranje leeuwenhesjes aan.

Meester Sjoerd legt uitgebreid uit dat de kinderen in groepjes de koningsspelen gaan doen en vertelt hoe de groepjes worden samengesteld uit kinderen van groep en 4 en van groep 3 samen. Elke groep krijgt een met plastic folie omhulde kaart waarin in een zekere volgorde een aantal gekleurde balkjes staan. De kleuren corresponderen met een bepaald spel en een reeks kleuren geeft de volgorde van de spelen voor dat groepje. Met enig rumoer gaan de kinderen samen met die van groep 3 naar buiten. Ik zie hoe groot het verschil is tussen het formaat van deze kinderen die slechts één jaar in leeftijd verschillen.
Buiten verspreid over het schoolplein staan intussen de spullen klaar gezet die nodig zijn voor deze spelen: een stapel conservenblikken blikken omgooien, spijker poepen, zaklopen, touwtrekken, met een ei op een lepel lopen. Bij elk spel staat één ouder die de kinderen helpt het spel op de juiste wijze te spelen.
Het is droog en zeer fris maar de zon schijnt. Ik zie kinderen enthousiast en met overgave hun spelletjes doen. Eieren – gelukkig van plastic – vallen voortijdig op de grond, conserven blikken rollen met veel geraas over het schoolplein, touwtrekteams worden omver getrokken door hun tegenstanders. Ouders en leerkrachten troosten verliezers, sussen ruzietjes, rapen ballen op, prijzen de winnaars, en schenken limonade in. De zorgzaamheid van de oudere voor de jongere kinderen in groepen die samengesteld zijn uit verschillende jaren, vallen mij op. “Ja, dat is mijn zusje” krijg ik met de nodige trots als antwoord. De spelen gaan de hele morgen door maar, vanwege een afspraak met de tandarts is deze ochtend voor mij snel voorbij. Na de meivakantie gaat het verder.