29 maart

Vandaag de vrijdag voor het Paasweekend, ben ik uitgenodigd om de schaak-les van groep 5 bij te wonen. Deze begint na de middagpauze. Daarom kom ik na de ochtendpauze (“speelkwartier”) in groep 4. Ik zie dat drie kinderen ontbreken. Meester Sjoerd zegt bij mijn binnenkomst dat de kinderen aan het begin van de dag al gevraagd hadden waarom ik er niet was. Nieuwsbegrip staat op het programma; deze gaat over het nieuwtje dat een handtekening van Mozart gevonden is en te koop is aangeboden (en dat dat veel geld kan opleveren). Ik ga met vier kinderen de klas uit om met hen de tekst stapsgewijs door te nemen te bepraten en enkele vragen erover te beantwoorden.

De tekst gaat over het wonderkinderen Wolfgang en zus Nannerl Mozart, beide kinderen van een muziekleraar die al heel jong door hun vader meegenomen worden door Europa en optredens (viool, piano, klavecimbel) verzorgen aan de hoven van Europa. Wolfgang was vijf toen hij al componeerde. Ik praat met deze kinderen over dat kinderen liedjes kunnen maken en dat dat heel gewoon is. “Je begint gewoon met neuriën en er ontstaat vaak vanzelf wel een stukje melodie”. Ik leg het uit maar vergeet het uit te proberen. Stom. Mozart was een wonderkind omdat hij op zijn vijfde geen eenvoudige liedjes maakte maar moeilijkere en gelaagde stukken voor verschillende instrumenten. Als de tekst schrijft over twee beroemde stukken Pianosonate no. 8 en Eine kleine Nachtmusik zoek ik op mijn telefoon die muziek op en laat een fragment horen. De kleine Nachtmusik wordt onmiddellijk herkend, de pianosonate niet. De kinderen verbazen zich over het drukke leven van de jonge componist: muziek instuderen, zelf componeren, muzieklessen geven en optredens. Een kind trekt de vergelijking met een profvoetballer.

Meester Sjoerd herhaalt nogmaals dat het Paasweekend een extra vrije dag telt en vraagt wie het leuk vindt het weekend een extra dag vrij te zijn. Enkele kinderen vinden de dagen dat ze naar school gaan leuker. Dat is misschien verontrustend (over hun thuis), maar kan ook gezien worden als compliment voor Meester Sjoerd.

Nu komt er een dictee over woorden als: blauw, vrouw, kou, flauw, klokken, bossen, lessen. Ik kijk intussen wat rekenwerk na. De sommen in de werkschriften blijken meest goed gemaakt. Een enkeling heeft her en der fouten. De hanenpoten in het schrift vallen mij weer op. Ik leg een kind uit dat als hij rustiger en mooier schrijft hij enkele fouten niet gemaakt zou hebben.

Ik wens de klas aan het eind van de morgen een mooi paasweekend.

Na de middagpauze word ik door groep 5 verwelkomd met high fives waarvan ik twee kinderen die nieuw ingestroomd zijn na de kerstvakantie niet ken. Ik ga naar ze toe, geef een hand en maak een praatje.

Meester Klaas kijkt met de klas terug op de middagpauze, er worden veel opstekers aan elkaar uitgedeeld. Ik merk goed dat deze klas ouder is dan groep 4: zij hebben geleerd elkaar aan te kijken bij het geven van opstekers en benoemen meer precies wat die ander deed.

Er staat een (gast)les schaken op het programma. Leuk om mee te maken. Dit is de derde les. Meester Jan komt binnen met dozen met schaakstukken en borden. Het geluidsniveau stijgt direct enkele decibellen. Er is volop gekrakeel over wie met wie gaat spelen, over een toren die ontbreekt en waarom ik zelf niet mee doe maar ga rondlopen en her en der mee kijk. Met het programma Chessity op het digibord legt meester Jan enkele regels uit. Hij herhaalt van vorige week de mogelijke zetten die een paard kan doen: over “de gracht” springen en dan naar links of rechts. En een paard kan als enige over andere stukken heen springen. Het is niet eenvoudig dit in één keer goed te begrijpen, maar het digibord met Chessity is zeer helder. Daarna komen de bijzondere positie en mogelijkheden van de pionnen aan de orde: alleen recht vooruit, één stap (behalve de eerste) tegelijk, schuin slaan en aan de overkant kun je promoveren tot (bijv.) Dame.

Na de uitleg gaat de klas in tweetallen aan de slag met een spel: zeven pionnen tegen zeven pionnen, een hele goede manier om de kracht van en de noodzakelijke samenwerking van pionnen te proeven. Zo her en der lukt het de kinderen de overkant heelhuids te bereiken waarna de tot Dame gepromoveerde pion korte metten kan maken met de resterende tegenstanders. Veel vergissingen (recht vooruit slaan, twee stappen doen, een schuine stap) zijn direct aanleiding tot emoties. Niet verliezen maar willen winnen blijkt het spelplezier te overheersen. Pruillippen, lachen en verontwaardiging komen tevoorschijn alsof deze emoties  al op de plank lagen. Begeleiden is hier: even de-escaleren. Ik sta verbaasd van de hevige emoties en de vrijwel absolute wil om te winnen.

Na het pionnen-spel komt er nog een spel: de Wolf en de geitjes. Acht witte pionnen tegen één zwarte dame. Lukt het om één geitje aan de overkant te krijgen. Meester Jan verklapt dat het niet lukt als dat geitje alleen gaat. Samenwerken is hierbij nodig. Met een groot enthousiasme (gelet op dat het vrijdagmiddag is) gaan de kinderen aan de slag. Roepen, tranen, af en toe een gil: van alles is te horen. Ik moet opletten niet alleen een suggestie te geven aan één van de twee kinderen die met elkaar spelen, dat zou de verhouding scheeftrekken.

Om kwart over twee is de schaak-les klaar, de kinderen ruimen de spullen in dozen en stapelen de borden. Nu mogen ze nog even voor zichzelf werken en dan ruimen ze het lokaal op voor het weekend. Uitgebreid en uitgelaten nemen de kinderen afscheid van elkaar, van meester Klaas en mij.

5 april

Ik ben de gehele ochtend in groep 4. Bij binnenkomst valt mij de ontspannen sfeer op, zowel bij de kinderen als bij meester Sjoerd. Tijdens de inloop werken de kinderen aan een redactiesom die op het bord staat. Daarna kunnen zij aan andere sommen op hun laptop beginnen.

Ik help enkele kinderen met deze “minsom” en vraag eerst de tekst goed te lezen en antwoord te geven op de vraag wat de som is die zij moeten maken. Dan vraag ik een getallenlijn te tekenen op hun wisbordje en het aanvangsgetal erop te schrijven en wel aan de rechterkant want het is een minsom. Met het tekenen van boogjes voor 40, 1 en voor 8 komt de uitkomst op 12 uit. Zij heeft er twaalf verloren.

De meester legt het programma van de dag uit: eerst voor jezelf werken aan je weektaak voor rekenen en voor taal. De weektaak, legt meester Sjoerd uit bestaat uit taal en rekenopdracht die een herhaling zijn en tegelijk voorbereiding op een toets volgende week. Bij het voor jezelf werken kunnen de kinderen tussendoor in drietallen hun leesboek in de schoolbibliotheek omruilen. Na de pauze gaat de klas groepjes samenstellen voor de koningspelen op 26 april; deze spelen worden blijkbaar groepsgewijs gedaan. Meester Sjoerd kondigt nu al aan dat na de pauze één kind mag beginnen een maatje te kiezen. Na de pauze gaan wij ook Nieuwsbegrip doen. Vanmiddag gaat de klas onder meer samen lezen uit ‘Zondag, maandag, sterrendag’ van Anna Woltz (“…een boek voor beginnende lezers..”).

Maar verrassing: voordat iedereen aan het werk gaat mogen drie jongens voor de klas een avontuur vertellen dat zij gisteren meemaakten rondom school. Hierin komen o.a. een hond, een mijnheer met een stok, een langzaam rijdende auto, rennen, over een hek springen en nog meer langs. Zij vertellen het beurtelings, geanimeerd, soms zachtjes en met zes keer “…en toen..”.

De sommen uit de weektaak waar de kinderen vervolgens mee aan de slag gaan, zijn redactiesommen en dan vooral minsommen; enkele kinderen die heel goed zijn krijgen ook deelsommen. Aangezien deelsommen eerst in groep 5 aan de orde zijn, zijn deze ook voor deze goede rekenaars niet eenvoudig. Hoe deel je als boer 100 hectare in vijf gelijke delen voor elk van je kinderen? Ik begin de uitleg met het antwoord te vragen op de lange plussom 1 + 1 + 1 + 1 + 1, daarna 10 + 10 + 10+ 10 + 10, en zo verder. Dit deel van de morgen vliegt voorbij.

Na de pauze, blijkt dat er enkele speel-incidenten op het schoolplein aanleiding zijn voor meester Sjoerd voor een lang gesprek, waarbij twee duo’s de klas uit worden gestuurd om op de gang hun ruzie uit te praten. Dat lukt. Dit groepsgesprek wordt afgesloten met het uitdelen van opstekers door kinderen die een leuke pauze hadden. Het valt mij op dat een kind, dat voor de pauze al weinig werkte, nu weer zo weinig mogelijk doet.

Het maatje kiezen voor de koningsspelen loopt vlot en er ontstaan twee- en drietallen waarbij de voorkeuren van de kinderen zoveel als mogelijk gehonoreerd worden. Een ziek kind wordt daarbij niet vergeten.

Nieuwsbegrip gaat over schimmels. Meester Sjoerd laat eerst het betreffende Jeugdjournaal-item zien waarna ik met een groepje buiten de klas een tekst hierover doorneem en de kinderen de vragen beantwoorden. Onderwijl neem ik de gelegenheid met de kinderen te praten over moeilijke woorden als spijsvertering, astma en allergie. In het filmpje en in de tekst komen niet alleen vervelende schimmels voor (op vochtige muren bijv.) maar ook nuttige schimmels en wat de wetenschap en de industrie tegenwoordig zoals doen met schimmels. Champignons en blauwe kaas komen zo in een ander daglicht te staan.

Na Nieuwsbegrip gaat de klas verder met zelf werken aan woordenschat en spelling. De klas werkt tamelijk rustig en geconcentreerd naar de middagpauze toe. Voordat zij naar buiten mogen eten de kinderen hun lunch waarbij meester Sjoerd een uitbreiding laat zien van Jeugdjournaal-item over schimmels. Ik krijg de indruk dat de kinderen dit nu beter snappen  dan vóór het lezen en bespreken van de tekst…


2 reacties op “Logboek van een reken- en leesopa (18)”

  1.  Avatar
    Anoniem

    tot hoe laat is de school hier tot 1400 uur bij jullie langer ? En wat leuk dat ze je als een vaste medewerker zien complement hoor

    1. Frank Koster Avatar

      De school duurt ’s middags tot 14:30 u; dank voor je reactie en voor het compliment!

Plaats een reactie