26 januari

Twee kinderen halen bij begin van de inloopperiode de stoelen van de tafels en delen de laptops uit. Vandaag beginnen de kinderen op hun laptop met spellingoefeningen. Bij binnenkomst vechten twee kinderen op de gang. Buurman meester Klaas haalt ze uit elkaar. Hierna praat meester Sjoerd met het betreffende meisje en jongen. De vrede is spoedig hersteld.

Ik ga met één kind dat een paar dagen ziek is geweest en dat daardoor de uitleg van een bepaalde soort sommen gemist heeft, apart van de klas deze sommen uitleggen en oefenen. Zij is niet sterk in rekenen. Tot mijn genoegen gaan de eerste drie sommen goed, snapt ze mijn uitleg en kan ze de sommen maken. Het gaat om sommen waarbij een aantal keren het zelfde getal opgeteld wordt (‘lange plussommen’) en die net zo goed als een‘keersom’ aangepakt kunnen worden (5+5+5 of 3X5). Deze sommen zijn de eenvoudige beginvariant van vermenigvuldigingen. Bij de uitleg houd ik me strikt aan de hierbij uitgedeelde handleiding en maak gebruik van tekeningen die het kind zelf maakt.

Het gaat goed maar dan, ineens, is zij het rekenvermogen kwijt, zo lijkt het en weet ze zelfs even niet hoeveel 2 + 2 is. Hoe hersenen werken bij dit kind is mij een raadsel. In de pauze even bijpratend herkent en bevestigt juf Eva het sterk wisselend rekenvermogen van dit meisje.

Terug in de klas is iedereen op zijn/haar laptop aan het oefenen met spelling of in een werkboek bezig met dezelfde soort lange plussommen. De kinderen werken meestal stil en zelfstandig, soms afgewisseld met wat rumoer. De aandachtsbogen van deze groep 4 zijn nu een stuk langer dan die van een half jaar terug.

Vóór de ochtendpauze eten de kinderen fruit, waarbij enkele kinderen behoorlijk kieskeurig zijn: een vlekje op een appel of een zachte plek maakt hem al ‘vies’.  Tijdens het fruiteten draait meester Sjoerd nog eens het Jeugdjournaal-item over Roald Dahl en Willy Wonka[1], dat na de pauze onderwerp is van het werk aan Nieuwsbegrip. Gelukkig is de regen zojuist opgehouden en kunnen wij naar buiten.

Na de pauze kunnen de kinderen eerst doorgaan met zelfstandig werken aan spelling en aan sommen. Na zo’n tien minuten begint de klas met Nieuwsbegrip. Ik ga met drie kinderen apart van de klas de betreffende tekst doornemen en de vragen erover beantwoorden.

Het per alinea beurtelings voorlezen door een van de kinderen gaat prima, de kinderen durven steeds beter hun stem te gebruiken en letten meer op de intonatie bij het lezen.

Het beantwoorden van de erbij behorende vragen gaat moeizaam en ik moet steeds vaker iets zeggen over de voorliggende taak. Na vier keer de kinderen manen tot meedoen en opletten, vind ik het genoeg en stop ermee. Ik ga met de kinderen terug naar de klas, alwaar zij weer terug naar de gang kunnen om voor zichzelf wat te lezen. In de grote pauze kondigt meester Sjoerd een gesprek aan met de drie en kunnen zij een tijdje binnen blijven.

Als het Nieuwsbegrip-onderdeel ook in de klas klaar is, volgt er een dictee. Het gaat daarbij om regelwoorden (woorden die voor je gehoor op een ‘t’ eindigen en alleen bij meervoud een ‘d’ blijken te hebben, bijv. hond-honden) en om knipwoorden (samenstellingen waarvan je niet altijd hoort welke medeklinkers in het midden staan, feesttent, bijv.) Bij beide groepen woorden moeten de kinderen iets in hun hoofd doen: ofwel een meervoud maken ofwel het woord in tweeën knippen.

Het dicteren gaat als volgt: ik noem het woord, zeg hardop een zin met het woord waar het om gaat, de kinderen herhalen het woord gezamenlijk hardop en schrijven het vervolgens op. In de zinnen die ik verzin gebruik ik de namen van enkele kinderen uit de klas. Deze kijken mij vol ongeloof aan als ik de zin zeg. De vlotheid waarmee kinderen schrijven verschilt overigens enorm.

Na het dictee halen twee kinderen de werkschriften op om na te kijken en werken de kinderen nog een tiental minuten stil aan sommen en spelling. Zij die klaar zijn kunnen voor zichzelf verder in hun leesboek. Een kind laat mij trots zien dat hij sinds gisteren dertig bladzijden is opgeschoten. Het gezamenlijk eten van de lunch in de klas en het buiten spelen vormt de afsluiting van deze morgen.

9 februari

Vorige week vrijdag was er een studiedag voor het team; ik had vrij maar vandaag zie ik de school en vooral de kinderen van groep 4 weer terug.

Meester Sjoerd zegt bij de koffie vooraf dat de klas vanmorgen iets leuks gaat doen: naar een theatervoorstelling. Wij gaan daar lopend heen.

Daaraan voorafgaand tijdens de inloop zijn de kinderen bezig met een redactiesom die op het bord staat -kort gezegd: hoeveel kosten 45 ijsjes van € 2- in totaal? Daarna kunnen zij verder met vergelijkbare redactiesommen die op hun laptop staan. Ook kunnen enkele kinderen die hun leesboek uit hebben naar de bieb van de school om een ander boek te halen. Deze komen echter onverrichter zake terug: de bieb is niet bemenst.

Ik loop door de klas en help waar nodig enkele kinderen met deze redactiesommen.

Ik vraag als eerste om de tekst te lezen. Begrijp je de tekst? Dan vraag ik wat de som is die je moet uitrekenen. 45 X 2. Dat is voor veel kinderen (niet alle) te moeilijk om uit het hoofd te doen.

Ik vraag het kind nu om de som op te schrijven. En het getal 45 te splitsen in 40 en 5 en vervolgens twee keer sommen te maken: 5 x 2 en 40 X 2. Een kind komt zelf met het idee om 45 te splitsen. De twee uitkomsten tellen we vervolgens bij elkaar op. Vooral één kind straalt bij de uitkomst.

Ter voorbereiding van de voorstelling toont meester Sjoerd nog een instructiefilmpje waarin uitgelegd wordt wat een theaterbezoek behelst. Het filmpje vertelt onder andere dat, anders dan bij een tv, je in het theater er niet doorheen kunt praten. De mensen op de tv horen jou niet als jij er doorheen praat, de spelers in het theater horen jou wel. In het theater geef jij op het einde applaus, bij de tv doe je dat niet.

Samen met groep 3 togen wij naar een andere school, 400 meter verderop. In de hal van die school is een brede trap waarop wij kunnen zitten, samen met twee groepen van die school. De regisseur legt het een en ander uit en laat ons vervolgens de gymzaal binnen waar al twee jonge actrices bezig zijn met enkele inleidende bewegingen en flarden van liedjes.

Het stuk heet Sorrie Morrie en gaat over de gevoelens van twee figuren (twee meisjes). Het is een lichtvoetig geheel van verwikkelingen, bewegingen en dansjes en soms ook stil zitten. Alles wat er gebeurt duidt op het aanwezig zijn van emoties, op allerlei gevoelens. Sommige zijn direct herkenbaar voor de kinderen, andere veel minder: de gebeurtenissen waar deze gevoelens een rol spelen zijn soms wat abstract. Daar waar de kinderen ze direct herkennen, reageren zij ook onmiddellijk met roepen, gejoel of luidkeels geuite instemming. De voorbereiding in de klas, namelijk dat je stil moet zijn valt helemaal in duigen. Na zo’n veertig minuten is het afgelopen, de kinderen klappen en de regisseur begint dan een gesprek met de kinderen over gevoelens en bijbehorende bewegingen. Na korte tijd staat iedereen dansbewegingen te maken en zie ik nu dat het de kinderen geen enkele moeite kost hier de aandacht bij te houden en doen allen enthousiast mee.

Weer terug in de eigen school is de pauzetijd voorbij, wel eten wij wat fruit en gaan beginnen met Nieuwsbegrip. Dit gaat over carnaval. Meester Sjoerd herhaalt eerst het betreffende item van het Jeugdjournaal. Ik ga met drie kinderen buiten de klas de opdracht lezen en de vragen bij de tekst beantwoorden. Het gaat beter dan de vorige keer, ook omdat de werktafels in de gang enigszins afgeschermd zijn en er zo aparte werkplekjes zijn gemaakt.

Ik maak zelf ook kennis van het verschil tussen Rijnlands (vaststaande kledij in bepaalde kleuren) en Bourgondisch Carnaval (kleding in alle kleuren en vormen). De kinderen leren verder over het Carnaval in Spanje, Rio, Venetië en Brabant en Limburg, over de vastentijd en over het begin van dit alles op 11 november. Ik leg nog het ontstaan en katholieke traditie van carnaval en vasten uit en wij vergelijken ook de Ramadan en het Suikerfeest met het vasten en Pasen.

Wij zijn eerder klaar dan de rest van de klas. Deze kinderen kunnen even voor zichzelf lezen, maar al spoedig is het tijd voor de lunch in de klas en de middagpauze.


[1] Is een hoofdfiguur in Sjakie en de Chocoladefabriek.


Eén reactie op “Logboek van een reken- en leesopa (15)”

  1.  Avatar
    Anoniem

    herkenbaar Lucas is op he zelfde traject met lezen

Plaats een reactie