15 september

Omdat vorige week een studiedag was, waren de kinderen vrij – en ik ook. Vandaag staat er in groep 4 – de enige groep waar ik vanmorgen ben – veel reken- en taalwerk op het programma.

Na het voor jezelf werken aan het begin van de dag, het ging om rekenwerk en stillezen legt Sjoerd het programma van de dag uiten en direct aan het begin staat meester Sjoerd stil bij kleine gebeurtenissen – een incidentje is een te groot woord – in het gedrag van enkele afzonderlijke kinderen die hij van meet af aan wil bijsturen – bijv. niet praten als de meester iets uitlegt, een ander kind niet ongevraagd aanraken, e.a. Daarna gaat het rekenwerk echt beginnen. Vanmorgen gaat het om het automatiseren van plus- en minsommen.

Meester Sjoerd besteed veel aandacht aan de aanpak hierbij. Hij heeft voor elk kind een vel gekopieerd waarin een hokje uitgesplitst wordt in twee hokjes.

Dit staat symbool voor twee getallen die bij elkaar een ander groter getal vormen. Het doel is dat de kinderen bij een splitsing van een getal twee plussommen en twee minsommen bedenken. Bijv. 8 = 5 + 3, 3 +4 = 7, 9 – 5 = 4.  Dit vel leggen de kinderen onder het doorzichtige wisbordje, zodat ze elke som opnieuw met dit schema kunnen doen.

De kinderen krijgen bij elke som drie getallen en dienen bij plussommen het grootste getal achter aan te zetten en bij minsommen vooraan:

.. + … = … (model voor plussom)

… – … = … (model voor minsom).

Dit lijken eenvoudige sommen uit groep 3. Dit zijn voor veel kinderen inderdaad geen moeilijk opgaven en doen dit bijna blindelings Voor sommige kinderen is het automatiseren – in één blik het antwoord opschrijven- nog een hele klus. Bij het begeleiden hierbij van de kinderen wordt meester Sjoerd bijgestaan door juf Eva. Allebei lopen ze door de klas om vragen te beantwoorden. Ik ga de opdracht buiten het lokaal doen met twee kinderen die dit moeilijk vinden. Wij krijgen beperkte tijd, het moet ook wat op tempo gebeuren, en wij zijn nog niet klaar, als de tijd op is. Dat 6 +2 = 8 maakt nog niet vanzelfsprekend dat 8 – 2 = 6. De regel dat het grootste getal vooraan (bij plussommen) staat en bij minsommen achteraan helpt deze kinderen zichtbaar. Er moet nog veel gebeuren dit schooljaar met enkele kinderen van deze klas.

Geordend en stil – ze mogen andere groepen die eerder of later pauzeren niet storen- naar buiten gaan voor het speelkwartier is een hele klus voor deze klas. Ook hier is er veel aandacht van de meester voor hoe de kinderen het doen en af en toe een straf van 5 minuten binnen blijven. Eenmaal buiten barst de energie van deze kinderen los.

Na de pauze is er taal, in de vorm van ‘Nieuwsbegrip’. Maar ook nu eerst stil staan bij ongewenst gedrag: lang blijven kletsen voordat wij kunnen beginnen. Meester Sjoerd legt op niet-belerende toon uit dat kinderen naar school voor zichzelf om voldoende te leren om later zelfstandig te kunnen leven in een eigen woning. Of dit begrepen wordt kan ik niet goed waarnemen.

Het onderdeel nieuwsbegrip is gemaakt over een item van het Jeugdjournaal, ernaar kijken, de inhoud van het item nog eens op papier nalezen en er enkele vragen over beantwoorden. De vragen betreffen het juiste gebruik van een woord, bijv. heuvels of gebergte, zoals dat op het Journaal ook gebruik werd. Het item gaat over de gevolgen van de aardbeving in Marokko.

De klas is stil. Kinderen kijken geboeid, soms blijkend uit kreten of uitroepen. Aansluitend deelt meester Sjoerd aan iedereen een A3 vel uit met daarop in groot lettercorpus drie deeltjes tekst van het journaalitem en de vragen die de kinderen gaan beantwoorden.

Ik ga weer met twee kinderen (één is slechts nog maar één jaar in Nederland) apart zitten en help hen de tekst door te nemen en de vragen te beantwoorden. Concentratie strijdt dan voortdurend met afleiders zoals een kind dat naar de WC gaat, iemand die een boek uit de bieb meebrengt, een potlood dat valt. Ik let op dat ik niet méér doe dan de kinderen zelf. Na ruim 35 minuten zijn de twee moe en besluit ik dat we klaar zijn

Vóór de middagpauze eet de klas gezamenlijk eerst van thuis meegebracht eten en kunnen de kinderen na het gebruikelijke, maar na al wat minder gedoe met en in de rij, naar buiten. Ook deze ochtend vloog voorbij.

22 september

Bij de inloop lezen de kinderen op het digibord dat ze beginnen met individueel lezen. En inderdaad zijn er kinderen die dat doen. Een aantal komt echter de klas in met sociale motieven: met deze even kletsen, hem iets teruggeven, of ruzie maken met het tafeltje dat niet goed staat. Als meester Sjoerd hen tot werken maant wordt het even stil. Als ook juf Eva gearriveerd is worden de leesboeken opgeborgen en legt de meester het programma van de dag uit, waarbij het netjes vermeldt dat juf Eva en ik er vanmorgen bij zijn.

We beginnen met een korte rekentest die erop gericht is dat kinderen sommen onder de tien, leerstof uit groep 3 automatiseren. Er verschijnen 10 minsommen op het (digi)bord en de kinderen krijgen een minuut om ze te maken. Meester Sjoerd legt uitgebreid uit dat dit een oefenopdracht is, en dat je kunt afkijken bij een ander maar dat je daardoor niet weet wat je werkelijk kan. “Ergens volgende week is een echte toets, zodat je aan de fouten van vandaag nog iets kunt doen door sommige sommen ook thuis te oefenen (met je mama of papa).”   De kinderen krijgen na één minuut “stop” te horen en krijgen de goede antwoorden op het bord te zien en kunnen hun eigen werk nakijken. Meester: vraagt dan: wie heeft er alle tien goed? Vier vingers gaan omhoog. Vervolgens daalt hij stapsgewijs af naar de kleinere aantallen goede antwoorden. Er zijn tenslotte ook twee kinderen die er slechts één goed hadden. Later fluistert hij me in dat het resultaat overeenkomt met zijn vermoedens. Aansluitend gaat de klas aan het werk met de weektaak rekenen: eenvoudige vermenigvuldigsommen maken met geldbedragen.

Terwijl de klas aan het werk gaat en daarbij hulp kan vragen van juf Eva en meester Sjoerd ga ik achtereenvolgens met enkele zwakke drietallen dit rekenwerk samendoen.  buiten het lokaal. De kinderen gaan graag en werken hard. Ik oefen in feite nog geen tafels maar het tellen met twee, drie of vier tegelijk.

Tien minuten voordat de pauze begint geeft meester Sjoerd aan dat het tijd is om op te ruimen en fruit te eten. Gestommel en wat wild heen en weer geloop: de kinderen halen fruit uit hun rugzak op de gang, en gaan eten. Ik help een meisje waarvan de rits van de rugzak kapot blijkt. Bij het afsluiten van het fruit-eten draait de meester een filmpje met een lied over de tafel van twee. Deze wordt hartstochtelijk meegezongen.  Het is tijd voor de pauze en er volgt het vormen van de stille (andere klassen zijn nog bezig, want gaan later pauzeren) rij op de gang. Dat is niet makkelijk. Twee kinderen houden zich niet aan de afspraken en moeten vijf minuten binnenblijven. Zij worden voor die tijd ondergebracht bij een andere groep.

Op de speelplaats rennen kinderen heen en weer, spelen met een springtouw, voetbal en zijn enkele meisjes met een stapel blaadjes een slakkenverblijf aan het maken. Ook nu weer enkele botsingen tussen een paar kinderen waarbij de onderwijzer als bemiddelaar en bewaker van de vrede optreedt.

Na de pauze komen tot mijn verrassing enkele kinderen uit zichzelf met een paar opstekers. Met het opsteken van een hand vragen zij het woord en geven een paar kinderen of een enkel kind een compliment over iets tijdens de pauze. De meester vraagt daarna of iedereen een leuke pauze heeft gehad. Alle handen op één na gaan in de lucht. Meester Sjoerd geeft aan dat hij de hand gezien heeft. Wat later heeft hij met hem een kort gesprek.

Wij gaan verder met taal, onderdeel Nieuwsbegrip. Eerder deze week heeft de klas een item van het jeugdjournaal gezien over het feit dat er steeds meer ouderen zijn en kwamen enkele 100-plussers aan het woord.

Met enkele kinderen ga ik de opdrachten samen doornemen, buiten de klas, terwijl de andere kinderen individueel of samen aan de opdrachten gaan werken. Meester Sjoerd loopt rond.

In blokjestekst wordt de inhoud van het journaalfragment in tekst weergegeven en bij elke alinea staat een vraag. De kinderen lezen de tekst alinea voor alinea en beantwoorden de bijbehorende vraag met een enkel woord. De kinderen waarmee ik aan het werk ben komen samen tot de juiste antwoorden. Later in de groep neemt de meester de vragen en antwoorden nog eens door.

De morgen gaat verder met taal. De kinderen krijgen in enkele zinnen nieuwe woorden aangeboden, evenals bij Nieuwsbegrip, een vervolg op een eerdere activiteit deze week. Het gaat om woorden als inkt, balpen, gif, insect. De kinderen krijgen enkele invulopdrachten met deze woorden en gaan aan de slag ermee. Zo her en der overleggen kinderen, soms ook over de opdrachten. Een twintig minuten later is het tijd om te lunchen en de middagpauze. Als ik deze morgen overzien valt me op dat de kinderen in een flink tempo en afwisselend met taal en rekenen bezig zijn. De school, en hier meester Sjoerd, maakt serieus werk van het onderwijs aan de kinderen. Meester Sjoerd en zijn collega’s, staan daarbij “altijd aan” onderwijs is leerstof of kennis eigen maken én sociale vorming in een.


Plaats een reactie